"Je moet me wel afremmen, want oude mensen praten veel.'' Zo kennen en herkennen we hem. Drs. M(arten).R. de Jong heette hij vroeger voor ons leerlingen.
De Jong zit op de praatstoel, hij gaat helemaal los als hij verhaalt over zijn periode als docent aan de RHBS in Appingedam, van 1960- tot 1970. ,,Van die periode heb ik ook al mijn agenda's bewaard'', zegt hij, ,,want dit was de leukste tijd.''
‘Die agenda’s zijn voor mij een handvat’
De Jong verschijnt op een reünie steevast met die agenda's. Cijfers en namen worden dan doorgenomen. ,,Voor mij is het een handvat'', vertelt hij. ,,De meeste herinneringen zitten ergens diep weg, maar met de agenda erbij kan ik me vaak zelfs voor de geest halen wie waar in de klas zat. De agenda is voor mij een gereedschap om het geheugen op gang te helpen.''
Meneer De Jong, zo kennen en noemen we hem. Hij is inmiddels 85 jaar. Een tanende gezondheid heeft vat op hem gekregen. Sinds kort woont hij dan ook in wat hij noemt ‘een soort aanleunappartement’. Twee huizen verwijderd van de plek waar hij in Haren de laatste decennia woonde.
Door het Fries kon hij goed overweg met Sjoerd Hemminga
Maar – agenda’s erbij of niet – zijn geheugen is nog heel goed. Namen en anekdotes passeren moeiteloos. We hebben het ook over zijn afkomst, want er zit een Fries accent in zijn klankkast . ,,Ik ben een echte Groninger, maar mijn ouders waren Friezen en spraken thuis altijd Fries. ,,Ik heb daardoor eerder Fries dan Gronings geleerd.’’
Doordat hij de Friese taal machtig is, kon hij ook goed overweg met Sjoerd Hemminga, de Friese wiskundeleraar. Ze kwamen bij elkaar in de straat te wonen. Het was begin jaren ’60 nog zo dat docenten in bepaalde plaatsen gegarandeerd een huis kregen als ze daar kwamen werken. Dat was de reden voor De Jong en zijn vrouw om de krappe behuizing aan het Groninger Zuiderdiep te verruilen voor iets ruimers in Appingedam. Hij kwam daar zelfs naast leerling Ger Vermeulen te wonen.
Klaverjassen in de bus naar Parijs
Het zijn vooral de A-klanten van de HBS die met De Jong te maken kregen. ,,Ik gaf 5 van de 11 examenvakken’’, blikt hij terug. Dat waren handelsrekenen, economie, boekhouden, staatsinrichting en staathuishoudkunde. In zijn beleving kon hij goed overweg met de leerlingen. ,,Ik kon lezen en schrijven met de leerlingen, maar er was wel afstand. Ik bleef meneer De Jong.’’
Namen van leerlingen vliegen voorbij. Piet Bakker, Epko Bolken, Koos Heising, Albert Stiekel, Jaap Boxma, Johan Hofman, Gerhard Ploeg. De Jong ondernam ook van alles met de leerlingen. ,,We gingen jaarlijks naar Parijs, met de bus. Met Heising, Boxma en Ploeg zijn we bij vertrek uit Appingedam al begonnen met klaverjassen en dat hebben we tot Parijs volgehouden.’’
Samen met Roebers naar de staatsexamens
En ineens herinnert hij zich een fraai voorval. ,,Ik kon wel een beetje biljarten, want in mijn studietijd heb ik dat veel gedaan. We gingen eens naar Het Gouden Anker om te biljarten. De eerste de beste partij had ik enorme mazzel. Ik won en zei voor de grap dat mijn tegenstander geen partij voor me was. Wie dat was? Ik weet nog wel dat Johan Hofman er ook bij was. Ik heb die persoon nooit meer een kans op revanche gegeven, haha.’’
Hij nam in de 60’er jaren ook wel staatsexamens in Den Haag af. ,,Dat deed ik samen met Marinus Roebers, het was een leuke bijverdienste voor ons.’’ De Jong nam vrouw en kinderen mee en dan stonden ze met hun caravan op de camping in Kijkduin. Werk en vakantie werden gecombineerd. Hij trapte eens in zee in een stuk glas. ,,Ik ben geopereerd en kon niet werken. Maar omdat ik tegenover de HBS woonde aan de Julianaweg, heb ik bij mij in de tuin lesgegeven.’’
Nog burgemeester geweest in Loppersum
Na tien jaar ging De Jong terug naar Haren. Hij gaf daar les aan het Maartens College. De Jong belandde ook in de politiek. Voor de PvdA kwam hij in de Harener gemeenteraad en werd nog wethouder en zelfs (waarnemend) burgemeester. Die laatste functie vervulde hij vanaf eind 1987 in de gemeente Loppersum dat al jaren trachtte te fuseren met de omliggende gemeenten Middelstum, Stedum en ’t Zandt. ,,Die kwestie speelde al heel lang en voor mijn gevoel zou het nog wel even duren, maar helaas gingen de gemeenten al snel na mijn benoeming samen. Daardoor ben ik maar kort burgemeester geweest. Ik had het graag langer gedaan.’’
De Jong sloot zijn loopbaan af bij het waterschap Gorecht. Hij was daar wat je tegenwoordig dijkgraaf noemt. Een fusie met het waterschap Drentse Aa betekende het einde van zijn werkzame leven. Hij was daarna nog jaren actief voor de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. ,,Ik kwam tijd tekort’’, weet hij. ,,Ik had misschien wel meer kunnen doen, maar je moet ook oppassen dat je de jongeren voor de voeten gaat lopen.’’
‘Warffum was nog een VVD-HBS, Appingedam was leuker’
De reünie van de HBS heeft hij steeds bezocht. ,,In Appingedam heb ik een hele mooie tijd gehad, ik kende ook iedereen. Dat was later op het Maartens College wel anders. Dat was zo groot dat ik zelfs niet eens alle docenten kende.’’
De tijd in Appingedam was ook mooi, zo vermoedt hij achteraf, omdat de wereld veranderde. ,,Ik ben in ’59 op de HBS in Warffum begonnen, maar dat was nog een echte VVD-HBS, allemaal kinderen van de grote boeren zaten er’’, vertelt De Jong. ,,In Appingedam kwam al een veel breder publiek. Dat was leuk.’’
Herinneringen
Mij staat bij dat hij door de leerlingen Pim werd genoemd, geen idee waarom dat zo was.
Wat ik me herinner van de Parijsreis in 1969 is dat wij als leerlingen geld inzamelden om een portret te laten maken van Meneer De Jong op het Place du Tertre bij de Sacré Coeur. Het hing daarna in zijn lokaal aan de muur.
Ook als leerling van de B afdeling, heb ik goede herinneringen aan meneer de Jong.
Als het beddengoed bij hem thuis uit het raam hing en het begon te regenen, moest één van ons naar zijn huis om de lakens naar binnen te halen.