Zo’n evenement is de reünie van de RHBS, MMS en het Atheneum uit Appingedam op 30 september 2017.
De reünie, zoals het oorspronkelijk stond gepland, was, naar mijn idee, te massaal en wat onpersoonlijk. Dat we wel in groepen zouden worden verdeeld, is dan ook niet helemaal doorgekomen. Doordat velen dit zo hebben ervaren, werd het uiteindelijk zelfs helemaal afgeblazen. Het beeld dat je hebt bij een reünie is een weerzien met een beperkt aantal ‘vertrouwde pubers’ uit die tijd. Een weerzien met klasgenoten en vooral met diegenen met wie je lief en leed hebt gedeeld in een belangrijke fase in je leven. Nou mag ik niet klagen over het aantal potentiële kandidaten voor dat weerzien, want mijn HBS-tijd was langer dan het gemiddelde van alle betrokkenen en ik kon uiteindelijk kiezen tussen 2 mini-reünies.
Eerst was er Kor(rie) Zwart die de lichting met voor mij bekende namen als Henk Lameyer, Jan Zandstra, Jan de Jong, Janet Lapohr, Ingrid Japenga e.a. in staat stelde bijeen te komen. Ook Bertje van Delden stond op de lijst. Zij zou absoluut in aanmerking zijn gekomen voor ‘het mooiste meisje van de klas’. Korrie was destijds ook een verwoed voetballer, weliswaar bij Appingedam, maar je kunt niet alles hebben. Vervolgens belde Charles van Erp uit het mooie ‘jodelland’ Oostenrijk dat Joka Westra hetzelfde deed met een andere lichting. Ook hier weer een groot aantal namen die voldeden aan de eisen van de genoemde doelgroep: de ‘vertrouwde pubers’. Charles en ik hebben altijd contact gehouden. Hij hield mij op de hoogte van het reilen en zeilen van de Van ‘Erpjes’ en van zijn sportieve prestaties. Chapeau!
Organisatrice was Joka Westra. Nou was de enige Joka die ik ‘kende’ Yoka Berretty, de zangeres, maar de achternaam Westra maakte veel duidelijk. Afijn, ik kreeg een appje waarin ook Ineke werd gevraagd of ze wilde komen want er stonden ook voor haar veel bekende namen van destijds bij zoals Ron, Hans, Galtjo, Frouke (later ook Peter), e.a.
We werden toegevoegd aan de groepsapp en deelgenoot van een zich steeds meer ontspinnende uitwisseling van ervaringen. Maar toen de ontboezemingen naar een climax gingen, kwam het besef dat dit beter tot de dag zelf kon worden bewaard.
Martha Venema toonde regelmatig haar enthousiasme; dit zal ongetwijfeld de Martha zijn die wij ons herinneren als Martha Ketelaar. Onze wederzijdse ouders kenden elkaar waarbij we dan spreken over het Delfzijl van net na de WO2.
Ook Gerhard Ploeg verscheen ten tonele en met zijn appje “Hé Koos, ben je nog steeds aan het voetballen” gaf hij kernachtig aan wat in mijn HBS-tijd de voornaamste bezigheid was. Trouwens, zijn vraag moet ik eigenlijk bevestigend beantwoorden want als coördinator van een voetbalopleiding probeer ik nog regelmatig ‘een strakke pass binnenkant voet’ voor te doen aan die kleine geppies van nu. Ik voel dan wel dat de linkerknie van mijn standbeen direct protesteert vanwege het ontbreken van kraakbeen. Gerhard, die in Noorwegen ‘een tweede leg heeft’ met een tweeling van 13 kon niet naar de reünie komen en appte “Doe even de groeten aan haar (Ineke) en aan haar haar”. Zo hebben Gerhard en Ineke nog contact gehad en ook onderling beeltenissen uitgewisseld van beider hoofden, waarbij opviel dat Gerhard altijd kan zeggen “geen haar op mijn hoofd die er aan denkt om…..”.Dat gaat namelijk altijd kloppen. Gerhard nodigde Ineke uit om naar Noorwegen te komen, dan kon ik wel thuisblijven….. mooie kerel die Gerhard.
Ik heb met interesse de vele klassenfoto’s bekeken en moet eerlijk bekennen dat ik het er af en toe warm van kreeg!
Via de apps komen herinneringen weer boven: een jonge ‘Kootje Kolk’ (of was het een leerlinge?), de biologische Bekenkamp en Aly Hennephof-Hoeksema.
Onze lerares Nederlands was niet op haar mondje gevallen, hetgeen uiteraard ook van haar mag worden verwacht. Ze maakte dan ook van haar hart geen moordkuil. “Een opstel kun je zowel verhalend als beeldend opschrijven” en ze vond dat ik dat beide goed zou moeten kunnen. Tevreden leunde ik achterover maar er kwam achteraan “…. als je niet zo indolent was”. Alsjeblieft, daar kon ik het mee doen. Ik wist niet wat het betekende, maar dat het niet erg jofel was, bleek wel uit de intonatie en de blik.
Google zegt bij indolent: apathisch, bewegingsloos, futloos, laks, loom, lusteloos, niet actief, niet vitaal, onverschillig en traag. Dat zijn nou niet de synoniemen waar je energie van krijgt…..
Een meer uitgebreide uitleg van een ‘indolente gemoedstoestand’ luidt:
‘gekenmerkt door een geringe vitaliteit en door desinteresse in wat moeite en toewijding vergt’. Ze zal ongetwijfeld gelijk hebben gehad, want mijn gedachten waren meestal bij andere zaken. Wat de opstellen betreft, had ze het ook bij het juiste eind want verhaaltjes als deze vind ik leuk om op te schrijven. Zo heb ik bijvoorbeeld hele epistels geschreven over het narcistische gedrag en de uitspraken van onze Louis van Gaal, een inspiratie voor Koefnoen-achtige verhaaltjes.
Ook de voor ons pubers aantrekkelijke mevrouw Koen-Belt, die ons probeerde Engels te leren, kon het niet laten mij even ‘snedig’ neer te zetten. “Koos zijn zieltje is wat Engels betreft nog blanco”, was haar oordeel bij het teruggeven van een proefwerk. Door haar glimlach en intonatie wekte ze de indruk dat dit bij andere zaken niet het geval was.
De leraren lieten er geen gras over groeien vroeger.
Afijn, het leventje van toen komt met steeds weer nieuwe namen weer tot leven.
Zo was er contact tussen Ineke en Peter de Haan …. van Rooie Rinus en Pé Daalemmer.
Hij wilde ook graag komen maar had net beloofd te gaan voetballen………. Nou zeg, wie voetbalt er nou nog op die leeftijd…..
Het is zaterdag 30 september.
De bladeren vallen al van de bomen en de nachten worden al weer kouder.
Het is de dag van de reünie en je ontkomt niet aan de vraag: “Wat trekken we aan bij deze gelegenheid?” Voor vrouwen is dit niet zo moeilijk want die zeggen altijd “heb niets om aan te trekken”. Nou ja, het zij zo, maar om nou zonder kleren af te reizen gaat ze te ver en wordt er wat gekocht. Heb er Ineke trouwens niet over gehoord, zal even opletten straks.
Voor mannen is er altijd wel wat voorhanden. Nou moest ik wel even zoeken, want mijn normale ‘thuis-outfit’ is een lekker zittende trainingsbroek en een even lekker zittende trui.
Om te beginnen koos ik voor een goed strak zittende Puma boxershort van Wehkamp zodat mijn beginnend buikje wat minder zou tonen. Ik moet er tenslotte vandaag zo herkenbaar mogelijk uitzien. Verder had ik vorige week net mijn jaarlijkse slag geslagen door bij de plaatselijke kledingzaak bij de ‘alles moet weg’ dagen een nogal rood uitgevallen lange broek en bijpassende sweater te kopen op ‘aanraden van mijn eega’, dus klaar was Koos.
‘Rijjiofrijik’, was mijn vraag , want het is haar auto. Ik heb een VW Up, dus vandaar.
“Rij jij maar’, ik keek op mijn horloge en zag dat Ineke ook had kunnen rijden want we waren ruim op tijd.
Voor 11.15 uur vonden we onze weg naar Paviljoen Overdiep in een regenachtig ‘Daam’.
Koffie en gebak voor een eerste oriëntatie onder de al aanwezige reünisten.
“U bent vast mevrouw Venema” was voor mij een voor zekerheid kiezende opening naar Martha Ketelaar. Deze naam had ik onthouden uit de app-gesprekjes vooraf.
Met een kop koffie in de hand had ik even de tijd om te zien wie ik , na zo’n 45 jaren, direct herkende en bij wie ik iets meer tijd nodig had. Audrey en Willy natuurlijk, Hans en Charles onveranderd, die kun je zo weer in de schoolbanken zetten. En Jur en Albert als meest ‘vertrouwde pubers’. Iets meer tijd nodig hebben, wil in dit verband zeggen een bril opzetten die zich even op scherp moet stellen. Het beeld van 17-jarigen moet worden verwerkt naar 63-jarigen, de bril moet even aan het werk van ‘vertrouwde pubers’ naar ‘oude pubers’.
‘Oude pubers’ bedacht Ineke spontaan. Dit ging steeds beter en de kop was er af.
Tijdens de Rondvaart hebben Galtjo en ik onze tennisperiode bij de TC Delfzijl nog even geanalyseerd en kwamen beiden tot de conclusie dat we eigenlijk altijd in de finale hadden moeten staan……
De ‘hangende keukens’ bleven ook na onze passage hangen en de lunch stond op het programma.
De conversaties werden steeds luidruchtiger en voor iedereen had ‘de bril’ zijn werk gedaan.
De groep bestond uit 38 MMS-, RHBS – en Atheneum-reünisten, dus redelijk beperkt.
Albert vertelde aan iedereen zijn nieuwste mop, het ging over ‘ foggl’n’ en ‘gummies’ en bij iedereen brak de lach door, enerzijds door de manier van brengen en anderzijds door de schaterlach en de intense vreugde die dat bij Albert zelf teweegbracht. Hij woont in Duitsland in een heel klein dorpje vlak bij Leer en is daar nu ook voetbaltrainer van het ‘Beloftenteam’, zullen we maar zeggen. Hij vroeg mij naar oefenstof, maar voordat ik iets van een antwoord kon geven, toverde Albert zijn mobiel tevoorschijn om mij een filmpje te laten zien van een raar poppetje dat in een hoog tempo hele gekke sprongen maakt.
“Kijk, dit laat ik ze nu doen”, zegt hij en schatert het uit. En wij met hem.
Na de lunch stond de Stadswandeling gepland en het weertype liet zich het best omschrijven als ‘t’is moar net dreuge’. Toch waren er wat paraplu’s en een daarvan werd vastgehouden door Albert. Het was het parapluutje van Audrey die er naast liep en die dan ook de meeste sporen van de motregen vertoonde. Jur vertelde in de Joodse Kapel dat hij via zijn toneelactiviteiten nu ook werd gevraagd voor presentaties en zelfs monologen in gelegenheden zoals deze Kapel. Moeten we maar eens naar toe.
We brachten een bezoek aan de Raadszaal waar onze gids Henk Dijkstra ons van alles vertelde, ook dat Appingedam in het verre verleden bijna de belangrijkste stad van de Provincie Groningen was geworden. De stad heeft zijn kans voorbij laten gaan, want in onze schooltijd timmerde juist Delfzijl met z’n haven en industrie flink aan de weg.
Ik zat me de hele tijd af te vragen of daar in die moderne banken in de Raadszaal nou inktpotjes waren verwerkt zoals je die op onze lagere school nog had. Je doopte je kroonpen dan in het inktpotje en kon daarmee schrijven. Het leek er verdacht veel op, maar ik hield me in.
Charles zat naast de spreker en wekte de indruk het ieder moment te gaan overnemen.
Ook hij wist zich in te houden en bedankte pas op het laatst, namens ons allemaal, de organisatoren voor deze bijzondere dag. Terecht en een ovationeel applaus zal ook hem een goed gevoel hebben gegeven. Charles had zich als ex-voorzitter van Internos wederom optimaal gepresenteerd.
We vervolgden onze weg langs begraafplaatsen en wierden en dit gaf iedereen de gelegenheid even met anderen een gesprekje te voeren.
Met Bouke ging het over economie maar ook over het schieten van elastiekjes in de klas.
Het bleek dat zijn gedrag op school zelfs had geleid tot verwijdering…. maar, zei Bouke “Dit heeft mij wel op het juiste pad gebracht en ik ben goed terecht gekomen”. Hij had gelijk.
Greetje wist mij bij een bruggetje te vertellen dat zij hier met een vriendin altijd een wedstrijdje deed wie het verste kon spugen in het water. Op mijn voorstel om hier en nu de plaats van haar vriendin in te nemen, ging ze niet in…“Het weer is te slecht”.
Nou kan ik me ook voorstellen dat een oma van meerdere kleinkinderen zich niet meer aan dergelijke escapades bloot stelt. Stel je voor dat ze er achter komen.
Toch hebben we afgesproken deze wedstrijd bij een volgende gelegenheid te overwegen.
Martha (K) , bij wie ik al in de lagere schooltijd kind aan huis was, wist mij te vertellen dat ik bij het eten altijd een wit broodje smeerde met boter, daar overheen hagelslag om vervolgens dit weer toe te dekken met een extra laag boter. “Dat vond ik altijd zo vreemd”, ik kan dat nu met haar volledig eens zijn. Ik neem nu bruin brood!
We kwamen nog langs het voormalige ‘Party’ waar menigeen zich tegoed deed aan die lekkere patat of er in de pauze zat te kaarten. Ook het Wapen van Leiden kwam in beeld waar menig schoolfeest zich heeft afgespeeld en zich leuke en spannende ontmoetingen hebben voorgedaan. In de begintijd zaten de leraren nog apart aan tafels en was stijldansen nog in de mode. De wereld is heel erg veranderd en ook de schoolfeesten zullen een ‘iets ander karakter hebben’.
We keerden terug naar het Paviljoen waar ook een aantal reünisten van de ‘groep Kor Zwart’ zich al hadden gemeld. Ik sprak even kort met Kor bij wie ik mij in een laat stadium nog (af)meldde en schudde de hand van Henk Lameyer, Janet Lapohr, Jannie Laan, Harry Patberg en Ingrid Japenga.
Ook hier moest de bril even aan het werk en ik ontwaarde Jan de Jong en zelfs mevrouw Schmitz du Moulin! Ik moest vooral de groeten doen aan mijn zus Mieke, zei ze, die vaak oppaste op haar kinderen. Bij navraag ook Bertje van Delden van een afstandje gezien en zij had nog niets aan schoonheid ingeboet (vertrouwde pubers worden oude pubers, en dan ik bedoel ik mezelf). We trokken ons terug naar onze kant van het etablissement en wie schetst onze verbazing? Daar loopt onze leraar Boekhouden, Recht, Economie en Bedrijfskunde: meneer (Pimmetje) de Jong! We zochten een vrij tafeltje op en oude tijden herleefden.
Ik was niet een van zijn beste leerlingen, zei de inmiddels 81-jarige en dat was heel aardig van hem. Toch liet hij ons zijn cijferboekjes zien en zocht bij A4 mijn naam en naar de cijfers van Boekhouden. Tot ons aller verbazing stond er een 8 en een 7!
Dit was voor Jur aanleiding ogenblikkelijk zijn mobiel te pakken en vroeg of er ook Wifi was, want hij wilde er een foto van nemen, heel attent. “D’r binn’n hier Wifi’s genog” antwoordde Albert! Dus is deze cijferlijst voor het nageslacht bewaard gebleven. We hebben maar niet naar de rechter bladzijde gekeken waar de cijfers stonden van de rest van het schooljaar. Meneer de Jong was van plan de boekjes na deze dag weg te gooien, want ze gingen kleiner wonen. Dus Jur, perfecte timing.
Onze leraar Boekhouden had het een prachtige tijd gevonden, kon zich ook helemaal uitleven in het bespreken van onze voetbalprestaties op maandagmorgen. ”Neptunia ook weer verloor’n, mien jong? Dat wordt een slechte week want ik heb het proefwerk ook nagekeek’n!” Hij schijnt zelfs meerdere klaverjasgroepjes te hebben gehad bij hem thuis met Jaap Boxma, Johan Hofman en Gerhard Ploeg. Heel speciaal, heb hem beloofd Jaap en Gerhard de groeten te doen.
Wat ik ook heel speciaal vond, is dat meneer De Jong ons direct herkende en ons met een brede glimlach tegemoet trad, terwijl hij voor zijn directe collega’s eerst ‘de bekende bril’ moest opzetten. “Sorry, ik zie het niet.” Ter verdediging kunnen we opmerken dat hij geen collega’s verwachtte en zal hebben gedacht “Welke leerling is dit nou weer?”
Heel leuk om ook mevrouw Schmitz du Moulin en mevrouw Hennephof-Hoeksema weer te zien. Ik had in de inleiding van dit verhaaltje het ‘indolent’ verhaal al aangehaald. Ik heb het bij haar natuurlijk even aangekaart en kreeg een lange uitleg hoe dit zat met die opstellen. Heb haar beloofd haar ‘Mijn Opstel’’, dit verhaal, te mailen.
Met Duurke ‘was ik naar Parijs geweest’ en met Marianne onze levens ‘even’ doorgenomen.
Voor een deel van onze groep hield dit weerzien nu op en de andere helft verhuisde naar ’t Regthuys in Wirdum om samen nog een vorkje te prikken.
In Wirdum kwam Peter de Haan de gelederen versterken en aan twee tafels werd er genoten van een heerlijk 3-gangen diner en passeerden nog eens ervaringen uit het verleden én ook uit het nu, de revue. Hans van Erp werd voor mij ‘Man of the Day’ want zijn lofuitingen met betrekking tot mijn voetbaltalent waren om stil van te worden.
“Met jouw techniek, snelheid en inzicht had je zo het Betaalde voetbal in gekund!”
Toen ik wat tegensputterde dat het allemaal wel een beetje meeviel, kwam ie pas echt los.
‘Met betere trainers was jij een complete centrumverdediger geworden……..’
Uiteindelijk moest ik hem gelijk geven en complimenteerde ik hem met zijn voetbalinzicht.
Heb Peter nog een origineel idee aan de hand gedaan.
Bij het koken kwam ik plotseling op het idee om een eierverdeler als muziekinstrument te gebruiken. Een eierverdeler is ten tijde van onze schoolperiode uitgevonden en dient om een gekookt ei, ontdaan van zijn schaal uiteraard, in plakjes te snijden.
Toen ik met mijn nagel langs de metalen draadjes ging, kwam er een leuk Chinees aandoend geluidje uit. Ik was heel enthousiast. Heb dat met mijn gezinsleden gedeeld, maar het creatieve idee werd door iedereen, vooral door mijn kinderen, met de grond gelijk gemaakt. ”Als je nog eens wat hebt?”
Het zou prachtig zijn als het fenomeen Pé Daalemmer hier een leuk melodietje uit weet te peuren en een nieuw muziekinstrument zijn intrede doet. Iedereen mag het natuurlijk uitproberen.
De avond liep op zijn eind en als zaken als een eierverdeler worden besproken, is het tijd om naar huis te gaan. Vond het jammer niet met iedereen gesproken te hebben, daar was de tijd toch te kort voor; een volgende keer dan maar. Het was heel leuk om veel schoolgenoten na zo’n erg lange tijd weer te zien. Een tijd waarin voor iedereen veel gebeurd is, in voor- en tegenspoed. De reacties in de apps waren dienovereenkomstig, dus gelukkig heeft iedereen het zo ervaren. Banden worden weer aangehaald en hopelijk zien we elkaar over een paar jaar weer terug.
Nogmaals dank aan de initiatiefnemers, ‘you did a good job!’ (ja,ja mevrouw Koen!)
Koos
- Mevrouw Hennephof – hoe vond u het opstel? Verhalend-beeldend, het zat er wat tussenin? Wat is mijn cijfer?
- Kreeg van mevr Hennephof een 10! Ze kon geen fout ontdekken en zei”je hebt na die tijd veel bijgeleerd!”